Vandaag zou de grootste Franse antropoloog en filosoof Claude Lévi-Strauss 105 jaar geworden
zijn. Hij werd op 28 november 1908 geboren en overleed, net geen 101 jaar
geworden, op 30 oktober 2009.
Zijn bijdrage aan het moderne denken is van groot belang.
Geïnspireerd door structurele linguistiek (taalwetenschap) van Ferdinand de
Saussure, ontwierp hij de structurele antropologie (de wetenschap die de mens
in al zijn aspecten bestudeerd: cultureel en fysiek of hoe de mens zich in zijn
cultuur tot die cultuur en zijn medemens verhoudt).
Hij werd één van de grote inspirators van het ‘structuralisme’.
Het structuralisme is een theoretisch paradigma
(wetenschappelijk denkkader) dat er van uitgaat dat de elementen van de
menselijke cultuur begrepen dienen te worden vanuit hun relatie met een grotere
omvattende systeem of structuur.
Dit paradigma stelt dat alles wat we doen, denken en voelen,
wordt bepaald door die grotere onderliggende structuur. Dit zorgt er voor dat,
volgens Levi-Strauss de magie niet anders werkt dan de psychotherapie omdat ze
beroep doet op die structuur van de cultuur. En in wezen heeft hij gelijk: soms
lijkt het dat eender wie (een psy, een goeroe, een dokter of een charlatan) ten
minste tijdelijk een therapeutisch effect kan hebben. Maar niet eender wat
werkt voor iedereen. Zo heeft het sjamanisme geen effect als je er niet
(cultureel) in geloofd (en dus geen deel uit maakt van die grotere culturele
structuur).
Het doet denken aan mindfulness.
Dat is een therapeutisch bedoelde meditatietechniek die uit het boeddhisme komt
maar zonder de mystiek en het geloof (en dus op Westerse maat gesneden). Het
werkt… Vooral zolang de groepssessies lopen maar aangezien het geen deel is van
onze culturele structuur, heeft het voor weinig mensen het beoogde lange
termijn effect.
Claude levi-Strauss leefde in Parijs tussen Frakrijks
grootste denkers zoals Satre, de Bauvoir, Camus, Barthes, Foucault, Althusser, Lacan
etc…
Deze grote denker liet ons zeer lezenswaardige werken na.
Zijn boeken “Het trieste der tropen” en “Het wilde denken” zijn meer dan
interessante werken. En één artikel ligt me nauw aan het hart: “L’éfficacité
symbolique” uit 1949. Het is in dit artikel dat hij de parallel trekt tussen de
psychoanalyse en het sjamanisme. Zijn kritiek op de toenmalige psychoanalyse
was zeer terecht en geldt nu nog voor de psychotherapie. De andere grote denker
uit die tijd, Jacques Lacan, maakte van deze kritiek één van zijn uitdagingen. Hij
slaagde erin de psychoanalyse te funderen vanuit zowel de theorie als de
praktijk.
Wat de psychoanalyse zo anders maakt dan de wetenschap, de
magie en bij uitbreiding de psychotherapie is de erkenning van het ‘subject’;
de mens die gegrepen is tussen het zijn, de structuur, en het reële van het lichaam.
Er is geen structuur (Ander) van de structuur (Ander) die het aangevoelde en
werkelijk aanwezige tekort kan repareren… De psychoanalyse beoogt dan niet zozeer het weghalen van het symptoom (wat het wel als effect kan hebben) noch tracht ze de leegte te vullen met een halfslachtige voorgekauwde oplossing. Doorheen het spreken ontdekt het subject a.h.w. zijn of haar unieke structuur en vindt die een eigen oplossing.
Wie meer wil lezen over Lacan’s standpunt t.a.v. Lévi-Strauss kan ik alvast naar (het nog niet in het
Nederlands vertaalde) artikel verwijzen: “ La science et la vérité” van Lacan
(te vinden in de Ecrits, pp. 855-877).
En een mooie weergave van het werk van Lévi-Strauss door
zijn voormalige assistent:
Godelier Maurice, ‘Lévi-Strauss’,
Seuil, Paris, 2013, 592p.
Een korte biografie van Levi-Strauss kan je hier vinden: http://www.ambafrance-nl.org/Claude-Levi-Strauss-100-jaar
of hier: http://vorige.nrc.nl/article2405334.ece
Cultureel woordenboek: http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3833
Het artikel “L’efficacité Symbolique” vindt men hier: http://www.persee.fr/web/revues/home/prescript/article/rhr_0035-1423_1949_num_135_1_5632