Dat psychofarmaca vele bijwerkingen hebben is algemeen geweten. Men neemt de bijwerkingen voor lief omdat er ‘geen alternatief is’ en minder kwaad kan dan het onheil dat ons doet lijden. Niet alleen de ‘patiënt’ lijdt maar ook de omgeving. Dus medicatie helpt ook de naasten de zware last van hun geliefde, hun patiënt of leerling dragen omdat die heel wat verlicht. Vergeet dus niet je medicatie te nemen, de anderen varen er wel bij en hebben geen last van de bijwerkingen.
Medicatie heeft vaak een ambivalente werking: genezen maar vaak ook ziek maken. Zeker psychofarmaca hebben kwalijke bijwerkingen die vaak erger zijn dan de bijvoorbeeld de burn-out of depressie zelf. Davis en Read (2018) publiceerden een studie naar de effecten bij het afbouwen van antidepressiva. Dus niet alleen de lange lijst van mogelijke en vaak voorkomende bijwerkingen, maar ook de ernst van neveneffecten bij de afbouw (bij 42% ervaren als erg!) maken van de helpende hand ook vaak een slaande vuist. Kiezen tussen het goede en het kwade verdient toch wel meer overweging dan wat men nu vaak doet. In het VK past men alvast de zorgpaden aan.
Dat het leerrijk is om in de geschiedenis te duiken, weet iedereen. We leerden op de universiteit vaak stukken geschiedenis die evoluties en theoretische ontwikkelingen aangaven. Ook de geschiedenis van de psychologie en de psychiatrie werd geschetst als een positieve evolutie waarbij men steeds minder barbaarse technieken hoefde te gebruiken om de onfortuinlijke medemens in diens lijden bij te staan.
Een kritische prof raadde Foucaults werk “De geschiedenis van de waanzin aan”. Het werk analyseert fijntjes de evolutie van het denken over waanzin die op een dag, omtrent de reformatie, veranderde. De gek werd immoreel en de immorele gek. Met andere woorden, wie zich aan de zeden en gewoonten houdt, mag erbij. Zo niet heb je een probleem. Verbannen, opgesloten en pas na eeuwen terug opgenomen maar eerst in strenge moralistische instituten. Dat in de hele vroege 19de eeuw Ph. Pinels toch wel menselijke behandeling ‘Traitement Moral” heette, zegt er iets over.
Opsluiten in streng geregelde instellingen, schrik-therapie, koude baden, insulinetherapie (dagenlange slaap d.m.v. insuline), elektroshocks en zelfs lobotomie (insnijden in de hersenen), als men erop terugblikt, lijkt het ene al zotter dan het andere. Tot uiteindelijk medicatie een helpende hand werd voor de arts.
Het begon met amfetamines, eigenlijk ‘speed’, in de jaren dertig. Het deed je beter voelen, creëren en werken. Studenten ontdekten het snel, creatievelingen surften op de roes en piloten konden in WOII lang doorgaan. Omdat zware verslavingsproblematieken en nare bijwerkingen heel zware gevolgen zijn van (uiteraard) overmatig gebruik, kon men op termijn de amfetamines slechts op voorschrift verkrijgen en werden ze tenslotte zeer sterk afgeraden. Ondertussen had big pharma goed verdiend door het product zorgvuldig in de markt te zetten.
Het eerste antipsychoticum chloorpromazine (Largactil en Thorazine) werkte behoorlijk spectaculair. Zoals vaak is het middel ouder maar pas in de jaren ’50 werd het getest op psychiatrische patiënten. In de Verenigde Staten stroomde de psychiatrische afdelingen leeg. Vele, vaak hopeloze gevallen, vonden door de medicatie een nieuw evenwicht en konden een (relatief) normaal leven leiden. Nu nog helpen antipsychotica duizenden mensen.
Aan de andere kant werden de psychologische theorieën bekend bij het brede publiek met als gevolg dat meer mensen psychisch lijden en de psychiatrie weer volliep. Kwam dat door betere diagnoses of zat de tijdsgeest en de kennis van de psyche er voor iets tussen? Hoe meer het publiek weet dat burn-out bestaat, hoe meer diagnoses burn-out.
In die jaren ’50 ontdekte men nog meer medicatie die al die psychische kwalen misschien niet genazen, dan toch verlichtten.
Voor al die overspannen patiënten kwam een ‘minor tranquilizer’ op de markt. Het angst-werende Miltown (meprobamaat) werd een gigantisch succes ook al was het verslavend. Later werd het vervangen door barbituraten. Maar, ook al wees men op de kwalijke gevolgen van het middel, het bleef heel lang populair.
Kort na het succes van chloorpromazine, kwam er een ander middel op de markt dat een andere groep psychische problemen wenste te helpen. Het middel Dexamyl was samengesteld uit dextroamfetamine en een slaappil (amobarbital of amylbarbitone) en werd aanvankelijk gebruikt als antihistaminicum (tegen allergische reacties). Het opwekkende van het amfetamine en het rustgevende van de slaappil werken elkaar niet tegen. Het zorgt voor een rustgevend effect waarbij het eerste zowel vreugde als werklust bracht. Dit wondermiddel tegen allerlei psychische klachten en overgewicht ging vlot over de toonbank.
Voor artsen die vaak weinig tijd hadden, bood het een ideaal middel om hun lijdende patiënten tegemoet te komen. Breed geadverteerd in vakbladen beloofde Dexamyl een “zachte en diepgaande anti-depressieve werking”, “breed bruikbaar in de alledaagse praktijk”. (Rasmussen, 2008)
Een van de bijwerkingen was dat het verslavend kan zijn en dat je vaak minder goed in slaap geraakte. Maar de schijnbare elegantie van het middel deed die verbleken t.a.v. de positieve werking. Het verdoezelde zoals vaak de ambivalente werking van het farmakon.
Toen ik Dexamyl googelde vond ik nog een reeks oude advertenties. Sommige waren cartoons, andere zoals die in de blog, waren informatief…
Bovenaan de advertentie voor huisartsen uit de vroege jaren ’60 lezen we:
“om u te helpen een, prikkelbare, depressieve patiënt te transformeren in een vrouw die ontvankelijk is voor je goede raad en aangepast is aan haar omgeving”.
Gelukkig werd deze pil verboden ondanks haar populariteit bij arts en patiënt.
Waarom werd ze verboden? Omdat ook amfetamines verslavend zijn en nare bijwerkingen kunnen hebben. Reeds in de jaren ‘60 bewezen studies hoe afhankelijk vele gebruikers werden en welke nare gevolgen dat kon hebben.
En toch slikken kinderen, jongeren en volwassenen dagelijks een flinke dosis methylfenidaat en of amfetamine (2 á 3 mg amfetamine, terug te vinden in o.a. Strattera, is ongeveer gelijkaardig aan 6mg methylfenidaat, Rilatine, Concerta, etc).
Gelukkig, parafraseer ik de advertentie, zijn de kinderen minder gespannen, minder irritant en transformeren ze tot ontvankelijke en welaangepaste kinderen.
Ook hier zijn de vele (mogelijke) bijwerkingen voor het kind van ondergeschikt belang aan de soms spectaculaire werking van het ‘pilletje’. Zeker als men rekening houdt met het aantal mensen dat zich geholpen voelt als 1 kind het opwekkende middel slikt. Het geluk van de medemens is onze zorg.
Dat de diagnose ADHD of ADD al die verschillende kinderen comprimeert tot een gezamenlijke welomschreven kwaal veroorzaakt door abnormale hersenen, moet dringend herdacht worden. Maatschappij, context, toeval, opvoeding, omgeving en andere problematieken hebben allemaal een hand in het als Attentie Deficit en Hyperactief omschreven gedrag.
En toch blijft men die amfetamines voorschrijven. Het kan geen kwaad, het werkt, het helpt het brein en ga zo maar door. Meer nog, de hele rist mogelijke bijwerkingen worden voor een zo populair medicijn eigenlijk nooit echt goed omschreven. (Carucci & Garas, 2015) Maar wie luistert er naar het kind eens het gekalmeerd is? Het is braaf en dociel als een huisvrouw uit de jaren ’50. Goed, ik stel het veel te zwart-wit, maar ik doe dat zodat we erover kunnen nadenken. Wie vraagt er naar de bijwerkingen? Wie vraagt zich af wat al die amfetamines met dat groeiende brein doen? Wie wordt er gelukkig van?
Misschien moeten we de volgende keer extra ons best doen als we medicatie overwegen, moeten we zorgvuldiger zijn en meer afwegingen maken. Wie weet zal men later op dit tijdperk van pepmiddelen voor kinderen terugkijken als primitief of zelfs barbaars… Zoals we dat nu doen voor die andere methoden en pillen die ooit zo fantastisch waren.
Neen, het is niet de bedoeling om al die kinderen, jongeren en volwassenen van het middel af te houden. Het is de bedoeling om erover na te denken, niet om het kind met het badwater weg te gooien.
Want tenslotte is een amfetamine niet zo onschuldig en vond methylfenidaat ook al zijn weg als partydrug: cucaracha!
This is Frank Zappa from the Mothers of Invention. Hi, wanna die? Start today! Use a little speed—you’ve got five years. Rot your mind, rot your heart, rot your kidneys . . . cucaracha!
Gebaseerd en geciteerd (de andere extra reclametekst en Frank Zappa) uit “On Speed, the many lives of amphetamine”, 2008, Nicolas Rasmussen. Voor de nare bijwerkingen en de gevolgen ervan bij het stopzetten van anti-depressiva: Davies, J. & Read, J., A systematic review into the incidence, severity and duration of antidepressant withdrawal effects: Are guidelines evidence-based?, in Addictive Behaviors (2018), https://doi.org/10.1016/j.addbeh.2018.08.027 . Een van de vele artikels die voor voorzichtigheid pleiten: Carucci, Garas, et al, “Prospective observational study protocol to investigate long-term adverse effects of methylphenidate in children and adolescents with ADHD: the Attention Deficit Hyperactivity Disorder Drugs Use Chronic Effects (ADDUCE) study”, in BMJ Open 2016;6:e010433. doi: 10.1136/bmjopen-2015-010433