In de tuin bungelt een voedersilo. Mussen en mezen vliegen af en aan; onregelmatig want er is voldoende te foerageren in deze wat natte zomer.
De zomer van 2023. Ik denk aan een zandloper. Je ziet er letterlijk de tijd wegvloeien en zich ophopen onderaan als een groeiend bergje. Terugkijkend op die hoop tijd, merk ik pas hoe snel het ging. De voorbije maanden en jaren gedumpt, of geborgen in het geheugen.
Sinds de corona-periode blogde ik niet meer. Meer werk leidde tot een overvolle agenda en zelfs een wachtlijst. Bij al mijn collega’s vloeide de agenda over. Het corona-virus, de daaropvolgende ongekende draconische maatregelen met die ‘sociale afstandsneming’ (social distancing) leken de oorzaak. We blijken dan toch sociale wezens te zijn.
Vooral verlies veroorzaakte leed en onbehagen: verlies van jeugd, schooljaar, de resterende tijd voor ouderen, vrije tijd voor ouders en ook het verlies aan (van) collega’s en dierbaren – letterlijk soms. We misten ook de ceremonies die de belangrijke gebeurtenissen van het leven markeren. We misten elkaar – nu al niet meer. Waar ligt die grens tussen mij en samen?
De maatregelen verdwenen, het sterven bleef uit, we ademden weer, maar het onbehagen bleef.
Dus blijft het druk in de praktijk terwijl corona en covid verzwakten tot een voetnoot in het bergje onderaan de zandloper.
Onbehagen. Freud schreef er al over eind jaren ’20 (Onbehagen in de cultuur, 1930). Ook toen stroomde het nieuws over van allerlei onheil, cultuurstrijd, rassenhaat, politieke demagogen, beurscrash en armoe… Veel onzekerheid en (ingeblazen) angst waardoor mensen radicaler keuzes eisten: leg ons het probleem eenvoudig uit, zeg wiens schuld het is en oreer oplossingen. Realisme niet nodig, daadkracht wel!
Zo gaat het nu ook een beetje, denk ik? Het nieuws overstroomt weer met gelijkaardige en enkele nieuwe thema’s (het weer en milieu, politiek geklungel, oorlog, economische problemen, prestatiegerichte bedrijfscultuur, energieprijzen, opkomst van rechts, vluchtelingen die verdrinken, drugsgeweld, immer doorgeschoven oplossingen en ‘solutions’ berekend op rendement). We vragen om duidelijke antwoorden (die ons liefst niets kosten)!
Rationeel verder gaan en veel tips voor doe het zelf-zorg en geluk vinden.
Evengoed rest het Onbehagen. Prof. Paul Verhaeghe publiceerde dit jaar een vlot leesbaar boek met die titel: Onbehagen (De bezige Bij, 2023).
Gelukkig is er de koers, Barbie, honden-reuzen en een overal festival. Het is zomer voor iets.
“Der Lachende Hat die furchtbare Nachricht Nur noch nicht empfangen. (Wie lacht, heeft het vreselijke nieuws nog niet gehoord), schreef Bertold Brecht in ‘donkere tijden’ (eind jaren ’30).
Lachen we nog? De tijden zijn zo donker niet, er brandt nog steeds ergens licht. Het schooljaar ving aan, de hobby’s komen weer op gang en de rist ceremonies staan geboekt. Het regende op 1 september.
Alle onbehagen op het slechte nieuws en werkdruk afwentelen zou ongehoord zijn. Mens-zijn is niet gemakkelijk en in tegenstelling tot lang geleden, verschaffen religie en ideologie de noodzakelijke hoop niet meer. Meneer pastoor ging op pensioen.
De Belg ontdekte de psycholoog. Gedaan met opkroppen en vergeefs eenzaam doorworstelen van muizenissen, angsten, trauma’s enz. Burn-out scoort hoog net zoals angst en levensvermoeidheid. Praten (in al die variaties met een geduldige luisteraar) helpt – al verricht het geen mirakels.
De overheid verhoopt dat wij de ongemakken fixen: corona-angst, steun voor de zelfstandigen die financieel nadeel leden, klimaatpsychologen (suggereerde een collega), burn-out… vooral afwezigheid. Alsof we werkzaam als een happy-pil de tijden kunnen keren. Of ten minste de zieken weer naar het werk kunnen leiden. (Bruffaerts et. Al.; Evaluation of Primary Care Psychology in Belgium EPCAP, juni 2022.)
De psyche kent geen tijd behalve die van het Verlangen. Het verstand rekent wel met wijzers en kalenderdagen. De oude almanak gooien we weg en de nieuwe wacht al op het volgende jaar. Maar de psyche draagt het verleden mee en leeft in de toekomst.
De zandloper die steeds weer omgedraaid de korreltjes doet vallen. Alles korrels op een hoop. Het schikken kost tijd. Naar de psycholoog gaan, kost tijd. Niet dat we de tijden kunnen veranderen; samen een savoir y faire vinden wel.
Het kost de mezen en de mussen ook tijd om de silo leeg te pikken – al gaat dit verbazend goed vooruit.
Een virus haalt het
leven overhoop: onzichtbaar reëel. Psychologen zouden vooral on-line moeten
werken: aflijvig. Waar geen lichaam is, broedt geen virus. Taal is zelf een
virus dat woekert; mensen willen spreken.
Sinds woensdag zit iedereen min of meer opgesloten in eigen woonst. T.t.z. de zorgsector en voedingsdistributie blijft in bedrijf net zoals de post, de energievoorziening en het internet. Op korte tijd vierde men de nieuwe helden terwijl overheden hen voorheen schaars bedeelden.
Wij zijn met drie hier
thuis en hebben ruimte. De supermarkten leveren het nodige om relatieve
afzondering comfortabel genoeg te maken. Anderen jongleren met thuiswerk, stuiterende
kinderen en/of zeurende pubers. Seconden duren langer dan voorheen vooral voor
wie alleen is.
Straks na ‘t werk,
trek in mijn loopschoenen aan. Buiten gaan mag nog maar enkel met een goede
reden: noodzakelijke boodschappen of beweging. Ergens heen rijden om te sporten
mag dan weer niet. Het beperkt de actieradius. Iedereen kent de spelregels en
de angst is groot genoeg om ze te respecteren. Wandelaars doorbreken hun verveling.
Internet verbindt. ‘Dag
Oma’ klinkt het vervormd door de kabel. Internet stopt aan de rand van de
computer. Aanraken kan er nooit ook al mag het. Je ziet een zucht maar voelt ze
niet.
De vas-et-vient van
mensen die ik dagelijks zou moeten zien, veranderde met de dreiging. Sommigen bleken
mentaal sterker dan gedacht en verkozen thuis te blijven.
De kinderen waarmee ik
werkte blijven het best thuis. Doorgaans stuiven ze door het kabinet en grijpen
ze hun wereld letterlijk vast. Vaak betrokken ze me in hun onschuldige
lijfelijkheid (liefelijkheid). Afstand houden, kan dan niet. Wat anders aangenaam
werken is, verviel tot groot gevaar. Mijn agenda rafelt.
Het virus, onzichtbaar
venijn, zette reeds enkelen in quarantaine of maakt verplaatsing met het
openbaar vervoer onmogelijk. Internet biedt soelaas. Maar telewerken werd
volgens sommige richtlijnen voor psychologen de regel. Voor velen vervelde het
gesprek tot een tele-praatje. Zo’n scherm lijkt een venster dat tussen mensen
inkijk geeft maar weinig contact.
Zelfs al zitten we hygiënisch
ver uit elkaar, voel je elkaars lichaam de woorden dragen. Want woorden krijgen
niet alles gezegd; het zijn stukjes waarmee men tracht “de ruimte van het leven
tot uitdrukking te brengen” (naar Lucebert).
Plichtsgetrouw belde ik
hen op of schreef over de sanitaire richtlijnen. Toch liet ik de keuze het
risico te nemen om in kabinet te spreken. Vaak verbaasd over de idee om een
scherm tussen het spreken en het luisteren in te zetten, verkozen velen te
komen.
‘In levenden lijve’ heet dat. De psyche heeft
een lichaam.
De fletse
lentetemperaturen negeer ik en zet de deur wagenwijd open. Doorgaans houdt men
zich spontaan ver en raakt men zo weinig mogelijk aan. Toch behandel ik steeds,
respectvol voor de sprekers, het onzichtbare reële: Covid-19 in dit geval.
Niet alleen dat virus
maar ook ‘het spreken’ heeft een lichaam nodig en ook een lichaam dat tijd
neemt en luistert. Een lichaam dat aanwezig is.
Het wederzijds respect
blijkt groot genoeg om hygiënisch met het lijden om te gaan.
Dat psychofarmaca vele bijwerkingen hebben is algemeen geweten. Men neemt de bijwerkingen voor lief omdat er ‘geen alternatief is’ en minder kwaad kan dan het onheil dat ons doet lijden. Niet alleen de ‘patiënt’ lijdt maar ook de omgeving. Dus medicatie helpt ook de naasten de zware last van hun geliefde, hun patiënt of leerling dragen omdat die heel wat verlicht. Vergeet dus niet je medicatie te nemen, de anderen varen er wel bij en hebben geen last van de bijwerkingen.
Medicatie heeft vaak
een ambivalente werking: genezen maar vaak ook ziek maken. Zeker psychofarmaca
hebben kwalijke bijwerkingen die vaak erger zijn dan de bijvoorbeeld de burn-out
of depressie zelf. Davis en Read (2018) publiceerden een studie naar de
effecten bij het afbouwen van antidepressiva. Dus niet alleen de lange lijst
van mogelijke en vaak voorkomende bijwerkingen, maar ook de ernst van
neveneffecten bij de afbouw (bij 42% ervaren als erg!) maken van de helpende
hand ook vaak een slaande vuist. Kiezen tussen het goede en het kwade verdient
toch wel meer overweging dan wat men nu vaak doet. In het
VK past men alvast de zorgpaden aan.
Dat het leerrijk is om
in de geschiedenis te duiken, weet iedereen. We leerden op de universiteit vaak
stukken geschiedenis die evoluties en theoretische ontwikkelingen aangaven. Ook
de geschiedenis van de psychologie en de psychiatrie werd geschetst als een
positieve evolutie waarbij men steeds minder barbaarse technieken hoefde te
gebruiken om de onfortuinlijke medemens in diens lijden bij te staan.
Een kritische prof
raadde Foucaults werk “De geschiedenis van de waanzin aan”. Het werk analyseert
fijntjes de evolutie van het denken over waanzin die op een dag, omtrent de
reformatie, veranderde. De gek werd immoreel en de immorele gek. Met andere
woorden, wie zich aan de zeden en gewoonten houdt, mag erbij. Zo niet heb je
een probleem. Verbannen, opgesloten en pas na eeuwen terug opgenomen maar eerst
in strenge moralistische instituten. Dat in de hele vroege 19de eeuw Ph. Pinels toch wel menselijke
behandeling ‘Traitement Moral” heette, zegt er iets over.
Opsluiten in streng
geregelde instellingen, schrik-therapie, koude baden, insulinetherapie
(dagenlange slaap d.m.v. insuline), elektroshocks en zelfs lobotomie (insnijden
in de hersenen), als men erop terugblikt, lijkt het ene al zotter dan het
andere. Tot uiteindelijk medicatie een helpende hand werd voor de arts.
Het begon met
amfetamines, eigenlijk ‘speed’, in de jaren dertig. Het deed je beter voelen,
creëren en werken. Studenten ontdekten het snel, creatievelingen surften op de
roes en piloten konden in WOII lang doorgaan. Omdat zware
verslavingsproblematieken en nare bijwerkingen heel zware gevolgen zijn van (uiteraard)
overmatig gebruik, kon men op termijn de amfetamines slechts op voorschrift
verkrijgen en werden ze tenslotte zeer sterk afgeraden. Ondertussen had big
pharma goed verdiend door het product zorgvuldig in de markt te zetten.
Het eerste
antipsychoticum chloorpromazine (Largactil en
Thorazine) werkte behoorlijk spectaculair. Zoals vaak is het middel ouder maar
pas in de jaren ’50 werd het getest op psychiatrische patiënten. In de
Verenigde Staten stroomde de psychiatrische
afdelingen leeg. Vele, vaak hopeloze gevallen, vonden door de medicatie een
nieuw evenwicht en konden een (relatief) normaal leven leiden. Nu nog helpen
antipsychotica duizenden mensen.
Aan de andere kant werden
de psychologische theorieën bekend bij het brede publiek met als gevolg dat
meer mensen psychisch lijden en de psychiatrie weer volliep. Kwam dat door
betere diagnoses of zat de tijdsgeest en de kennis van de psyche er voor iets
tussen? Hoe meer het publiek weet dat burn-out bestaat, hoe meer diagnoses
burn-out.
In die jaren ’50
ontdekte men nog meer medicatie die al die psychische kwalen misschien niet
genazen, dan toch verlichtten.
Voor al die
overspannen patiënten kwam een ‘minor tranquilizer’ op de markt. Het
angst-werende Miltown (meprobamaat) werd een gigantisch succes ook al was het
verslavend. Later werd het vervangen door barbituraten. Maar, ook al wees men
op de kwalijke gevolgen van het middel, het bleef heel lang populair.
Kort na het succes van chloorpromazine, kwam er een ander middel op de markt dat een andere groep psychische problemen wenste te helpen. Het middel Dexamyl was samengesteld uit dextroamfetamine en een slaappil (amobarbital of amylbarbitone) en werd aanvankelijk gebruikt als antihistaminicum (tegen allergische reacties). Het opwekkende van het amfetamine en het rustgevende van de slaappil werken elkaar niet tegen. Het zorgt voor een rustgevend effect waarbij het eerste zowel vreugde als werklust bracht. Dit wondermiddel tegen allerlei psychische klachten en overgewicht ging vlot over de toonbank.
Voor artsen die vaak weinig tijd hadden, bood het een ideaal middel om hun lijdende patiënten tegemoet te komen. Breed geadverteerd in vakbladen beloofde Dexamyl een “zachte en diepgaande anti-depressieve werking”, “breed bruikbaar in de alledaagse praktijk”. (Rasmussen, 2008)
Een van de
bijwerkingen was dat het verslavend kan zijn en
dat je vaak minder goed in slaap geraakte. Maar de schijnbare elegantie van het
middel deed die verbleken t.a.v. de positieve werking. Het verdoezelde zoals
vaak de ambivalente werking van het farmakon.
Toen ik Dexamyl googelde vond ik nog een reeks oude advertenties. Sommige waren cartoons, andere zoals die in de blog, waren informatief…
Bovenaan de
advertentie voor huisartsen uit de vroege jaren ’60 lezen we:
“om u te helpen een, prikkelbare, depressieve patiënt te transformeren in een vrouw die ontvankelijk is voor je goede raad en aangepast is aan haar omgeving”.
Gelukkig werd deze pil
verboden ondanks haar populariteit bij arts en patiënt.
Waarom werd ze
verboden? Omdat ook amfetamines verslavend zijn en nare bijwerkingen kunnen
hebben. Reeds in de jaren ‘60 bewezen studies
hoe afhankelijk vele gebruikers werden en welke nare gevolgen dat kon hebben.
En toch slikken kinderen, jongeren en volwassenen dagelijks een flinke dosis methylfenidaat en of amfetamine (2 á 3 mg amfetamine, terug te vinden in o.a. Strattera, is ongeveer gelijkaardig aan 6mg methylfenidaat, Rilatine, Concerta, etc).
Gelukkig, parafraseer
ik de advertentie, zijn de kinderen minder gespannen, minder irritant en
transformeren ze tot ontvankelijke en welaangepaste kinderen.
Ook hier zijn de vele (mogelijke) bijwerkingen voor het kind van ondergeschikt belang aan de soms spectaculaire werking van het ‘pilletje’. Zeker als men rekening houdt met het aantal mensen dat zich geholpen voelt als 1 kind het opwekkende middel slikt. Het geluk van de medemens is onze zorg.
Dat de diagnose ADHD
of ADD al die verschillende kinderen comprimeert tot een gezamenlijke
welomschreven kwaal veroorzaakt door abnormale hersenen, moet dringend herdacht
worden. Maatschappij, context, toeval, opvoeding, omgeving en andere
problematieken hebben allemaal een hand in het als Attentie Deficit en Hyperactief
omschreven gedrag.
En toch blijft men die amfetamines voorschrijven. Het kan geen kwaad, het werkt, het helpt het brein en ga zo maar door. Meer nog, de hele rist mogelijke bijwerkingen worden voor een zo populair medicijn eigenlijk nooit echt goed omschreven. (Carucci & Garas, 2015) Maar wie luistert er naar het kind eens het gekalmeerd is? Het is braaf en dociel als een huisvrouw uit de jaren ’50. Goed, ik stel het veel te zwart-wit, maar ik doe dat zodat we erover kunnen nadenken. Wie vraagt er naar de bijwerkingen? Wie vraagt zich af wat al die amfetamines met dat groeiende brein doen? Wie wordt er gelukkig van?
Misschien moeten we de
volgende keer extra ons best doen als we medicatie overwegen, moeten we
zorgvuldiger zijn en meer afwegingen maken. Wie weet zal men later op dit
tijdperk van pepmiddelen voor kinderen terugkijken als primitief of zelfs
barbaars… Zoals we dat nu doen voor die andere methoden en pillen die ooit zo
fantastisch waren.
Neen, het is niet de
bedoeling om al die kinderen, jongeren en volwassenen van het middel af te
houden. Het is de bedoeling om erover na te denken, niet om het kind met het
badwater weg te gooien.
Want tenslotte is een amfetamine niet zo onschuldig en vond methylfenidaat ook al zijn weg als partydrug: cucaracha!
This is Frank Zappa from the Mothers of Invention. Hi, wanna die? Start today! Use a little speed—you’ve got five years. Rot your mind,rot your heart, rot your kidneys . . . cucaracha!
Gebaseerd en geciteerd (de andere extra reclametekst en Frank Zappa) uit “On Speed, the many lives of amphetamine”, 2008, Nicolas Rasmussen. Voor de nare bijwerkingen en de gevolgen ervan bij het stopzetten van anti-depressiva: Davies, J. & Read, J., A systematic review into the incidence, severity and duration of antidepressant withdrawal effects: Are guidelines evidence-based?, in Addictive Behaviors (2018), https://doi.org/10.1016/j.addbeh.2018.08.027 . Een van de vele artikels die voor voorzichtigheid pleiten: Carucci, Garas, et al, “Prospective observational study protocol to investigate long-term adverse effects of methylphenidate in children and adolescents with ADHD: the Attention Deficit Hyperactivity Disorder Drugs Use Chronic Effects (ADDUCE) study”, in BMJ Open 2016;6:e010433. doi: 10.1136/bmjopen-2015-010433