Psyche vandaag
Psyche betekent ziel of
gevoelsleven, maar dat wist u al. Net zoals psyche de naam geeft aan het
vakgebied psychologie. Dat deel van de gezondheidszorg wat doorgaans met
‘geestelijk’ wordt omschreven. Niet dat geest (νούς of nous in het oud-grieks, intellect) hetzelfde
betekent als psyche. Psychisch lijden is meer dan aporie (wat vooral
besluiteloosheid betekend) of domweg slecht afgestemde emoties op goede
gedachten of omgekeerd. Vaak wil de geest vooruit en knoppen omdraaien maar
wars van alle logica heeft de ziel een eigen zin.
Psyche is ook de protagoniste
uit het verhaal van Lucius Apuleius “Eros en Psyche” (Uit het boek “De Gouden
Ezel”). Zij vond geen huwelijkspartner omdat ze onwaarschijnlijk mooi was; geen
enkele jongen waagde het haar geliefde te zijn.
Toen Psyche in een
droomachtige toestand werd achtergelaten, ontmoette ze de al even zo mooie
jonge god Eros. Zij mocht hem echter niet zien en haar zussen maakten haar wijs
dat die minnaar misschien wel een monster was. Toen ze dat, klaar om hem te
doden, wou nagaan, schrok de gevleugelde god wakker en vloog boos weg. Om hem
terug te winnen, werd Psyche op de proef gesteld door de goden. Haar laatste
taak was een doos met een kostbare inhoud (schoonheid, maakten ze haar wijs)
vanuit de onderwereld naar Aphrodite te brengen. Eens terug op aarde met dat
kistje kon Psyche haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en gluurde erin. Ze
stortte neer in een comateuze slaap.
Eros redde haar van die op de
dood gelijkende slaap die in plaats van schoonheid in het kistje verborgen zat.
Hij stopte de coma terug en Psyche kweet haar van haar laatste taak. Zeus,
ingelicht door gevleugelde liefdesgod en vermurwd door diens door liefde
gedragen woorden, schonk Psyche de eeuwigheid der goden en verbond de minnaars
in eeuwige liefde.
Het verhaal van Apuleios loopt
goed af. Maar met de psychologie lijkt het vandaag minder goed te gaan. De
taken of uitdagingen waarvoor we nu staan, lijken minstens zo moeilijk als een
opdracht van weerbarstige goden. Psychologen mogen hun diensten aanbieden aan
wie het nodig heeft. Maar eens de overheid meedenkt (t.a.v. terugbetaling), kan
dat pas tot nut van de maatschappij. Men meet secuur, trieert en schaalt. Als
jou leed niet te licht ook niet te zwaar bevonden wordt en kosten-baten balanceren,
mag het wel. Geluk moet je maar elders zoeken of zelf betalen werken werd de
maatstaf. Verleid zich in te voegen in dat verhaal van opbrengst en kost bieden
psychologen pasklare oplossingen. Het lijkt alsof je in een diepe slaap moet
vallen zodat je zonder veel omhaal en kost, weer aan de slag kan. Zodat je weer
houdt van je ‘unescapable social destiny’
[Huxley, Brave New World]
De minister van
volksgezondheid anno 2019 giet daarenboven het vak in allerlei regeltjes die
lijken op voorschriften waaraan de kleinhandelaar in gevaarlijk afval zich moet
houden. Daarnaast gunt ze slechts diegene met een matige psychische
problematiek enkele sessies psychologie (vooral concrete interventies die je vaak
in zelfhulpboeken terugvindt). Zo kunnen diegenen die dreigen uit het werkmilieu
te vallen, snel weer gerecupereerd worden. En weerom, wie meer wenst moet het
zelf betalen. Mensen die echt gebaat zouden zijn met terugbetaling van
psychologische of psychotherapeutische hulp, blijven in de kou staan.
Echte zorg kent net als Psyche,
geen strak tijdskader. Echte zorg behoort de mensen toe, en het geduld die we
nodig hebben lijkt dat van de goden. Psychologie is een metier, een avontuur
met lotgevallen. Een psychotherapie brengt mensen naar zichzelf en pas dan weer
terug naar werk.
Maar time is money. Patiënten
zijn klanten.
En wij, de bezorgde
psychologen van deze blog, maken ons zorgen over al die die haast. Maar ook
over de controlemechanismen die zowel patiënt (letterlijk: diegene die geduldig
lijdt) als psy in het gareel van kosten-baten moeten houden. We zouden wel eens
charlatans kunnen zijn – ’t is maar hoe je het bekijkt.
Dossiers
elektronisch-hedendaags toegankelijk via sleutels maken controle efficiënt. Het
psychologische bilan voorzien van zorgplan in het e-health dossier (echt) reist
virtueel met je mee. De geestelijke hulp splitst men op. Men vertrekt bij de
arts, de ‘poortwachter’ (sic), die als een Sinte Pieter de toegang verschaft.
Dan mag men voor vier beurten psychologie naar de eerstelijnspsycholoog. Waarna
het pad met viermaal extra eeerstelijnspsycholoog kan doorlopen maar niet
zonder fiat van een adviserend psychiater die even meeleest in jouw e-health
dossier. Psychiaters weten nog steeds alles (nu echt alles via e-health) als
centrale gast in jouw programma.
Wie weet volgt er ooit nog een
tweede lijn zoals in Nederland waarbij de zorgverzekering dan je evolutie
volgt. Zo moet men steeds weer opnieuw zijn intieme verhaal aan iemand anders
toevertrouwen.
Ook de vrijheid om je eigen
psy te kiezen valt weg in de idee van voorschriften, aan dokterskabinetten
verbonden eerstelijnspsychologen en strakke zorgpaden. Tenzij natuurlijk je
alles zelf betaalt.
Voor overheid, handel en
industrie die omzichtig besturen, liefst met een kleine winst, is de mens een
cijfer, een reeks bits en bytes die via algoritmen het wet-enschappelijke
juiste pad bepalen. Je hebt niet meer een stoornis, je bent ze. Je bent niet
meer een mens maar een ding, meetbaar en liefst positief gezond.
“But I don’t want comfort. I want God, I want
poetry, I want real danger, I want freedom, I want goodness. I want sin. … All
right then, I’m claiming the right to be unhappy.” (Huxley, Brave New World)
Wij, bezorgde psychologen,
psychotherapeuten en psychoanalytici, maken ons zorgen omdat men de ‘ziel’ uit
de psychologie wil te halen. Want wat kost, moet ook baten en exact te meten
zijn. De psyche houdt zich niet aan wetten en praktische bezwaren.
De psyche
wil geen voorgekauwd geluk maar wel wat intimiteit.
Het is het laatste wat van ons
is.
En Psyche vandaag?. Is er een
Zeus die de moed heeft om voor de liefde, voor de mens en diens verhaal, singulier
en intiem te kiezen. Of gaan we voor die doos vol valse schoonheid die ons
allen slapend doet verder werken?
Psyche opent het gouden kistje, Schilderij van J.W. Waterhouse, 1903.